Akkoorden: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 34: | Regel 34: | ||
==Toonsoorten== | ==Toonsoorten== | ||
{{:Gitaar-vriendelijke Toonsoorten}} | |||
== Zie ook == | == Zie ook == | ||
Versie van 10 jan 2021 12:04
Om zo snel mogelijk met je gitaar aan de 'slag' te kunnen heb (naast een gitaar) een beetje informatie nodig. Er zijn heel veel liedjes die met drie akkoorden gespeeld kunnen worden, sommige zelfs met maar twee, en er zijn er ook een paar die met 1 akkoord toe kunnen. De akkoorden die je gebruikt om een liedje te begeleiden staan niet op zichzelf, maar horen bij de toonladder waarin je het deuntje zingt.
Om je vingers niet meteen in een spagaat te hoeven zetten hebben we een toonsoort nodig met makkelijke akkoorden. Vanwege de stemming van de gitaar lijkt de toonsoort A de handigste om mee te beginnen. Het eerste akkoord dat je zodoende in de vingers moet proberen te krijgen is het A-akkoord. Meestal begin je daarmee en eindig je daar ook weer mee.
Als je niet mee kunt zingen vanwege de toonhoogte (wat wel wel de bedoeling is!) kun je een capo of ook wel capodastro gebruiken.
Makkelijkste akkoorden voor gitaar
Gitaarakkorden worden vaak met diagrammen aan gegeven. Zo'n diagram moet je zien alsof je van bovenaf naar de bovenste deel van de hals van de gitaar kijkt. Van links naar rechts zie je dan de snaren van laag naar hoog. Van boven naar beneden zie je de fretten van de gitaar. Je zet je vinger in een vakje neer waarbij je vingertop de snaar indrukt, dicht bij de fret eronder.
 o
o
 o
A
|
o
o
o
o
E7
|
x
o
o
D
|
A-akkoord
- wijsvinger (1) in tweede vakje op de D-snaar (4e van rechts)
- middelvinger (2) in tweede vakje op de G-snaar (3e)
- ringvinger (3) in tweede vakje op de B-snaar (2e)
E7-akkoord
- wijsvinger (1) in eerste vakje op de G-snaar (3e)
- ringvinger (3) in tweede vakje op de A-snaar (5e)
D-akkoord
- wijsvinger (1) in tweede vakje op de G-snaar (3e)
- middelvinger (2) in tweede vakje op de E-snaar (1e)
- ringvinger (3) in derde vakje op de B-snaar (2e)
- De laagste snaar (E-snaar, 6e) mag niet meeklinken
Spelen!
Toonsoorten
Niet alle toonsoorten liggen 'lekker' op gitaar. Zeker als je net begint met spelen zul je merken dat toonsoorten met mollen lastiger spelen dan die met kruisen (zeker in majeur).
Prettige majeur-toonsoorten zijn:
- Toonsoort-E (4 kruisen)
- Toonsoort-A (3 kruisen)
- Toonsoort-D (2 kruisen)
- Toonsoort-G (1 kruis)
- Toonsoort-C (geen voortekens)
Voor mineur heb je als makkelijk spelende toonsoorten:
- Toonsoort-Em (1 kruis)
- Toonsoort-Am (geen voortekens)
- Toonsoort-Dm (1 mol)
Als je zowel mineur- als majeurakkoorden in één melodie nodig hebt dan zijn er maar 2 toonsoorten waarin je geen barré-akkoorden nodig hebt: G/Em met 1 kruis en C/Am zonder kruisen en mollen.
Zie ook
- Veelgebruikte gitaarakkoorden die je in ieder geval moet leren.
- 'Alle' akkoorden op een rij (een heleboel in elk geval).
- Verschuifbare akkoorden
- Akkoorden vereenvoudigen
- Vermeerderd akkoord
- Verminderd septiemakkoord
- Mineur septiemakkoord
- Groot mineur-septiemakkoord
- Groot septiemakkoord
- Halfverminderd septiemakkoord
- None akkoord