Mineur

Uit gitaar
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De term mineur in de muziek wordt gebruikt bij toonladders en akkoorden die een wat droevig karakter hebben. Als je zegt dat je "in mineur" bent, geef je daarmee aan dat je bedroefd of verdrietig bent.

Eigenlijk betekent mineur 'de kleinere' in tegenstelling tot majeur, 'de grotere'. Klein en groot slaan dan op de afstand tussen de eerste en de derde 'trap' van de toonladder.

Even de toonladder van A-mineur er naast leggen: A, B, C, D, E, F, G, A

Op de gitaar kun je dat mooi proberen op de A-snaar.

Mineur
trap noot fret afstand tot de grondtoon
1 A 0 grondtoon
2 B 2 secunde
3 C 3 kleine terts
4 D 5 kwart
5 E 7 kwint
6 F 8 kleine sext
7 G 10 kleine septiem
8 A 12 octaaf
Majeur
trap noot fret afstand tot de grondtoon
1 A 0 grondtoon
2 B 2 secunde
3 C# 4 grote terts
4 D 5 kwart
5 E 7 kwint
6 F# 9 grote sext
7 G# 11 grote septiem
8 A 12 octaaf

Voor akkoorden geldt soortgelijk, A-mineur of A-klein bevat de trappen 1-3-5: A-C-E met daarin als onderste interval A-C ofwel een kleine terts (4 halve tonen)