F-akkoord

Het F-akkoord is voor beginnende gitaristen vaak lastig te spelen omdat alle beschikbare vingers nodig zijn en er geen open snaren gebruikt kunnen worden.

x

o

^F

• pink 4e snaar 3e vakje (F)
• ringvinger 3e snaar 2e vakje (A)
• wijsvinger 2e snaar 1e vakje (C)
• middelvinger 1e snaar 1e vakje (F)
• de laagste (open) snaar (E) mag niet meedoen, vandaar dat er x boven staat
• de A-snaar (de terts in het F-akkoord bestaande uit F-A-C) mag eventueel meedoen maar klinkt als laagste toon in een F-akkoord meestal niet zo lekker.

x

^F

• ringvinger 5e snaar 3e vakje (C)
• pink 4e snaar 3e vakje (F)
• middelvinger 3e snaar 2e vakje (A)
• wijsvinger over 1e en 2e snaar in 1e vakje (C en F)

Met barré

Het volste klinkt een akkoord als alle snaren gebruikt worden. Om dat voor elkaar te krijgen moet je je wijsvinger over alle snaren tegelijk kunnen leggen, en dan ook nog eens de ander drie vingers op de juiste plek zetten, en dan moeten alle snaren nog goed klinken ook. Da's een hele uitdaging. Maar wel veel waard; alle barré-akkoorden kun je 'opschuiven'. Als je je hand 1 vakje naar boven schuift (naar het klankgat toe) dan heb je een F#-akkoord, nog een vakje verder een G-akkoord en zo verder. Bij het barré-akkoord staat (in romeinse cijfers) de positie waar je wijsvinger over alle snaren ligt.

F

II F#

III G

IV G#

V A

• ringvinger 5e snaar 3e vakje (C)
• pink 4e snaar 3e vakje (F)
• middelvinger 3e snaar 2e vakje (F)
• wijsvinger barré over alle snaren in 1e vakje (F C en F)