Brontekst bekijken van Les 4

Bij de meeste instrumenten heeft de rechterhand de moeilijkste partij. Zo ook de gitaar. Ook al denk je na de worsteling om je vingers allemaal op de goede plek te krijgen dat de linkerhand veeeel moeilijker is, zul je er vroeg of laat achter komen dat het verschil tussen akkoordjes rammelen en muziek maken vooral uit je rechterhand moet komen. Niet dat je linkerhand onbelangrijk is, maar timing, klankleur en volume komen allemaal uit je rechterhand. De linkerhand bepaalt "alleen maar" de toonhoogtes.

Met je rechterhand geef je doorgaans op de eerste tel van de maat een slag naar beneden. Als je niet met een plectrum speelt gebruik je de nagel van je wijsvinger voor de neerslag. Je houd je hand alsof er een plectrum tussen duim en wijsvinger vastgehouden wordt. Aangezien gitaristen lui zijn en dus zo min mogelijk hun handen willen bewegen, gebruiken ze voor de tweede tel op de terugweg naar boven hun duimnagel. Met plectrum gaat het eigenlijk precies hetzelfde.

[[Categorie:Lessen]]